Een analoog signaal wordt binnengetrokken via een opampversterker en aangenomen door een analoge ingang van de Arduino. De opampversterker heeft 1 potentiometer en deze dient om het binnenkomende signaal al dan niet sterker te maken. De arduino heeft 2 potentiometers aangesloten en deze dienen om met de samplefrequentie te knoeien. Eéntje is om het bereik van de frequentiesweep in te stellen. De andere dient om de richting en de snelheid om doorheen de sweep te fietsen in te stellen. De 8 aangeboden bits op de uitgangen van de Arduino worden via een weerstandennetwerk omgezet in een bepaalde spanning. Net na de DAC staat een opamp in buffer geschakeld zodat het weerstandennetwerk niet beïnvloed wordt door de eventuele achterliggende aangesloten schakelingen of versterkers. Verder is er ook nog een schakelaar waardoor men kan kiezen voor het onbewerkte of het bewerkte digitale signaal.